Wanneer we het woord ‘boeddha’ horen, denken de meesten van ons meteen aan de Indiase prins Gautama Siddharta die in de zesde eeuw voor Christus verlichting bereikte. Hij onderwees het spirituele pad dat tegenwoordig ‘boeddhisme’ wordt genoemd.
“Meer dan vijfentwintighonderd jaar geleden kwam een man die gedurende vele levens op zoek was geweest naar de waarheid, op een rustige plek in Noord-India en ging daar onder een boom zitten. Met enorme vastberadenheid bleef hij onder de boom zitten en deed de gelofte niet op te staan voordat hij de waarheid had gevonden. Toen de schemering was ingevallen, zo wordt er gezegd, overwon hij alle duistere machten van begoocheling, en de volgende ochtend vroeg, toen bij zonsopgang Venus verscheen, werd de man beloond voor zijn eeuwenlange geduld, discipline en ononderbroken concentratie door het uiteindelijke doel van het menselijk bestaan te bereiken: verlichting. Op dat gewijde moment beefde de aarde alsof ze ‘dronken van gelukzaligheid’ was en, zoals de geschriften ons vertellen, ‘was er nergens iemand boos, ziek, of bedroefd, deed er niemand kwaad en was er niemand hoogmoedig; de wereld werd heel stil, alsof zij volledige vervolmaking had bereikt’. Deze man werd bekend als de Boeddha.”
Het Tibetaanse boek van leven en sterven, Sogyal Rinpoche
- Sogyal Rinpoche
Nadat de Boeddha meer dan 2500 jaar geleden stierf, verspreidde zijn leer zich door heel Azië en werd in de achtste eeuw geïntroduceerd in Tibet.
Het boeddhisme ontwikkelde zich op verschillende manieren in overeenstemming met de cultuur van ieder land, maar de essentie en de basisprincipes van het boeddhisme zijn overal gelijk gebleven.
Padmasambhava of ‘Goeroe Rinpoche’ – de ‘Kostbare Meester’, zoals hij liefkozend wordt genoemd door het Tibetaanse volk – is de grote meester en heilige die de leer van de Boeddha in de achtste eeuw naar Tibet bracht. Goeroe Rinpoche vestigde het eerste boeddhistische klooster in Tibet in Samyé en bracht zijn zegeningen in het hele landschap van Tibet en de Himalaya. Hij wordt beschouwd als de ‘Tweede Boeddha’.
De daaropvolgende 1200 jaren in de geschiedenis van Tibet werden bijna uitsluitend gewijd aan de training van hart en geest door spirituele oefening. Terwijl het Westen geleidelijk de buitenwereld beheerste door middel van wetenschap en technologie, perfectioneerde men in Tibet de ‘innerlijke wetenschappen’ van de geest, net zo nauwkeurig en rigoureus als de methodologie van de wetenschap.
In de afgelopen jaren zijn deze twee tradities samengekomen om belangrijk onderzoek te doen naar de voordelen van het beoefenen van meditatie en mededogen, en om manieren te ontwikkelen waarop deze praktische hulpmiddelen kunnen worden toegepast in de geneeskunde en psychologie, in het onderwijs en in andere gebieden.
De Nyingma, of Oude School van het Tibetaans-boeddhisme, is de naam die werd gegeven aan de volgelingen van de originele vertalingen van de leer van de Boeddha in het Tibetaans. Deze werden uitgevoerd tot aan het eind van de tiende eeuw. Ze staan bekend als de ‘Vroegere Vertaalschool’, Ngagyur Nyingma, waarmee ze worden onderscheiden van de ‘Nieuwe Scholen’, zoals de Kadam, Kagyü, Sakya en uiteindelijk Geluk, die de latere vertalingen volgden uit de tijd van de grote vertaler Rinchen Zangpo (958-1055) en daarna.
Centraal in de Nyingma-traditie staat de buitengewone figuur van Padmasambhava, Goeroe Rinpoche, de grote leraar die het boeddhisme in de achtste eeuw in Tibet introduceerde. Hij reisde door het land, onderwees en beoefende, temde de krachten die het onderricht in de weg stonden, en verspreidde zijn zegen in het hele landschap van Tibet. Lees meer over de Nyingma School.
Binnen de Nyingma-traditie is het volledige spectrum van spirituele paden verdeeld in negen ‘yana’s’, een beoefeningssysteem dat alle benaderingen van de leer van de Boeddha samenbrengt in één alomvattend pad naar verlichting. Lees meer over de Negen Yana’s.
Copyright © 2023 Rigpa
Design en realisatie door Frissekom